Bestaat hormoonzweet echt?
Bestaat hormoonzweet echt? En hebben alleen pubers hier last van of ook vrouwen in de overgang?
Je hebt er vast weleens van gehoord: hormoonzweet. Een term die de laatste jaren steeds vaker opduikt. Eerst vooral in de context van pubers. Tienerlijven die ineens anders ruiken en plotseling klam kunnen zijn zonder dat ze zich fysiek hebben ingespannen.
Inmiddels hebben ook deodorantmerken de term omarmd. Sommige merken claimen dat hun deodorant speciaal ontwikkeld is voor pubers, omdat hormoonzweet “anders” zou zijn dan zweet door sporten. Alsof het een andere substantie heeft, geuriger (of eigenlijk meer stinkend) is, hormonaal beïnvloed en dus iets wat een andere aanpak vraagt.
Best interessant, want als schommelende hormonen bij pubers zorgen voor een ander soort zweet… Zou dat dan ook gelden voor vrouwen in de overgang?
We weten tenslotte dat de overgang een hormonale achtbaan is. Een omgekeerde puberteit. Van vruchtbaar naar niet meer vruchtbaar.
Veel vrouwen herkennen het: nachtelijk zweten, spontane opvliegers en een geur die anders of sterker is dan voorheen.
Maar wat is dat precies? Bestaat hormoonzweet eigenlijk wel? Is het fysiologisch anders dan zweet dat je produceert tijdens een pittige work-out? En als het bestaat… Wat betekent dat dan voor vrouwen die midden in de overgang zitten?
Wat is zweet eigenlijk?
Om te begrijpen of hormoonzweet bestaat, moeten we eerst terug naar de basis. Ons lichaam kent twee soorten zweetklieren:
1. Eccriene klieren
Deze klieren zitten verspreid over je hele lichaam. Ze produceren geurloos, waterig zweet dat je lichaam helpt afkoelen bij warmte of inspanning. Op zichzelf ruikt dit zweet niet. Maar zodra het in contact komt met de bacteriën op je huid, kan er wél geur ontstaan. Veel natuurlijke deodoranten gebruiken natriumbicarbonaat (zuiveringszout), omdat dit de pH van je huid verlaagt. Hierdoor kunnen geurveroorzakende bacteriën minder goed overleven en verdwijnt de zweetgeur.
2. Apocriene klieren
Deze bevinden zich op specifieke plekken: oksels, liezen en rond de tepels. Ze worden actief rond de puberteit en produceren zweet dat rijk is aan vetzuren en eiwitten. Dit trekt andere bacteriën aan, die voor een sterkere geur zorgen. Apocriene klieren reageren niet op warmte of inspanning, maar op stress, emoties en hormonale schommelingen. Daarom kunnen ze juist actief zijn tijdens de menstruatie, zwangerschap of overgang.
Sommige deodoranten bevatten naast natriumbicarbonaat ook zinkoxide, juist vanwege dit type geurveroorzakende bacteriën. Zinkoxide werkt effectief tegen het type geur dat ontstaat bij hormonaal beïnvloed zweet zonder de huidbacteriën te verstoren.
Hormonen en zweet: wat gebeurt er?
Tijdens de puberteit neemt de productie van geslachtshormonen (zoals oestrogeen, progesteron en testosteron) sterk toe. Hierdoor worden apocriene klieren actiever. De samenstelling van het zweet verandert, de huidbacteriën verandert en emoties worden intenser. Deze combinatie leidt tot het bekende puberzweet.
Maar wat vaak minder bekend is: een vergelijkbaar proces speelt zich af tijdens de overgang, maar dan in omgekeerde richting. De afname van oestrogeen en progesteron heeft direct en indirect invloed op:
Een onderdeel van je hersenen die zorgen voor je interne thermostaat
De activiteit van apocriene én eccriene klieren
De zuurgraad van de huid
En daarmee; de geur van je zweet
Het resultaat? Meer opvliegers, nachtelijk zweten en soms een geur die anders is dan je gewend bent. Niet omdat je iets verkeerd doet, maar omdat je lichaam zich opnieuw aan het instellen is.
Bestaat hormoonzweet echt?
Vanuit strikt fysiologisch oogpunt is er geen aparte “soort” zweet die het label hormoonzweet verdient. Het is geen derde type klier, geen uniek molecuul. Maar hormonale schommelingen hebben wel degelijk effect op:
welke klieren actief zijn,
hoe het zweet is samengesteld,
hoe bacteriën daarop reageren,
en dus: hoe sterk je zweet ruikt.
De term hormoonzweet is dus geen medisch label, maar wel een herkenbare beschrijving van wat veel vrouwen ervaren. Zowel pubers als vrouwen in de overgang merken hoe hun lichaamsgeur verandert onder invloed van hormonen.
En dat is belangrijk om te weten: Je bent niet de enige. En je beeldt het je niet in.
Wat kun je doen bij hormoonzweet?
1. Ondersteun je temperatuurregulatie van binnenuit
Stabiliseer je bloedsuikerspiegel door regelmatig te eten, met voldoende eiwitten, vezels en trage koolhydraten. Schommelingen in je bloedsuiker kunnen je warmtebeleving versterken en opvliegers verergeren.
2. Draag ademende, natuurlijke vezels
Kies stoffen zoals linnen of tencel met een losse weefstructuur. Deze helpen zweet verdampen en ondersteunen je huidbacteriën. Vermijd synthetische stoffen zoals polyester, want die sluiten je huid af en kunnen geur juist verergeren.
3. Koel slim
Gebruik een koel washandje of vernevelaar op plekken met veel bloedvaten dicht onder de huid: je borstbeen, ellebogen, enkels of knieholtes. Dit werkt effectiever dan alleen je polsen koelen.
4. Let op de pH van je verzorging
Tijdens de overgang verandert de zuurgraad van je huid. Kies producten met een huidneutrale pH (rond 5,5) en vermijd agressieve antibacteriële middelen. Die kunnen je huidbacteriën verstoren en geur juist versterken.
5. Investeer in je slaapomgeving
Nachtelijk zweten kan je slaapkwaliteit flink beïnvloeden. Ga eens naar een beddenspeciaalzaak en laat je goed adviseren over een temperatuur regulerend matras en beddengoed. Het helpt de warmte beter af te voeren zodat je beter slaapt.
6. Herken stress als zweet-trigger
Emotionele stress activeert je apocriene klieren direct. Heb je zweet zonder inspanning? Kijk dan eens naar je stressniveau, slaapkwaliteit of piekergedrag.
Het kan handig zijn om je stress en slaap bij te houden in een handige invulschema. Het invulschema is onderdeel van mijn Overleef De Overgang Methode (ODO-methode), maar is ook los daarvan te gebruiken om je gezondheid in kaart te brengen.
Print mijn gratis invulschema’s een paar keer en houd o.a. je slaap en stress, maar ook je voeding en daglicht per dag bij. Je zult zien dat dit in verband staat met hoe jij je voelt en hoe het gaat met je overgangsklachten.
Print de invulschema’s een paar keer;
Leg het op een zichtbare plek in je huis of op je werk;
Vul ze iedere dag in
Het invulschema geeft inzicht in de relatie tussen voeding, energie, stress, daglicht en slaap en overgangsklachten. Je kunt heel snel en makkelijk zien zien of er een relatie tussen alle factoren is.
Wat kun je nog meer doen tegen hormoonzweet?
Merk je dat je zweetpatroon verandert? Bijvoorbeeld intenser, frequenter of met een andere geur? Weet dan: dit is geen fout van je lichaam. Het is een natuurlijke reactie op een nieuw hormonaal evenwicht.
Als je begrijpt waarom je lijf zo reageert, kun je ook beter bepalen wat je nodig hebt.
Wil je hier zelf mee aan de slag?
Ik ontwikkelde de ODO-methode – de Overleef de Overgang Methode - speciaal voor vrouwen die willen begrijpen wat er in hun lijf gebeurt en daar met kennis én vertrouwen op willen reageren.
In acht korte, krachtige video’s neem ik je stap voor stap mee langs de belangrijkste thema’s rondom de overgang. Van hormonen en klachten tot herstel en vitaliteit. Je krijgt daarnaast praktische pdf’s waarmee je toewerkt naar je eigen overgangsrecept oftewel je eigen plan van aanpak: afgestemd op jouw situatie, jouw tempo en jouw behoeften.
👉 Deze DIY-cursus is er voor iedere vrouw die vitaal wil blijven, ook in een druk leven.
Laagdrempelig, helder en precies wat je nodig hebt om de regie terug te pakken.