Welk cijfer geef jij je vitaliteit?

In mijn praktijk ontmoet ik regelmatig vrouwen die aan het aanmodderen zijn. Als ik hen vraag “Welk cijfer geef jij jezelf rondom je vitaliteit?”. Dan is het antwoord vaak een vijfje.

Een vijfJE. Alsof dat minder erg klinkt dan een vijf.

 

Ik kom uit het onderwijs en dan is een vijf gewoon een onvoldoende.

 

Het zijn vaak vrouwen die actief zijn. Van alles ondernemen en ook van alles proberen. Anders eten, meer bewegen, minder op de telefoon, meer me-time. Of koud afdouchen, op tijd naar bed gaan, yoga of mediteren, vasten, detoxen, minder koffie of helemaal geen koffie.

 

Maar ja….  Het helpt niet echt en het gemiddelde blijft een vijf.

 

Deze vrouwen hebben ook al wel eens bloed laten prikken, want tja misschien wel bloedarmoede. Of ze zijn naar een fysio geweest voor gespannen nekspieren. Of naar een sportschool met een speciaal vrouwenprogramma.

 

Niets lijkt echt te helpen. Of het helpt eventjes.

 

En op de één of andere manier is er geen reden om hulp te zoeken of het bespreekbaar te maken. Waarom zou je denken?

 

Misschien omdat ze met het motto ‘niet zeuren en niet piepen’ zijn grootgebracht. Net als ik trouwens.

Of misschien willen ze het juist geen aandacht geven en wegstoppen?

Of misschien hebben ze geen tijd om bij hun gevoel stil te staan?

 

Eigenlijk leven de vrouwen van het vijfje een ‘light-versie’ van zichzelf. Zo jammer, want het leven is al zo kort.

 

Vraag; Welk cijfer geef jij jezelf? En neem jij genoegen mee met een onvoldoende?

 

Als ik naar mijzelf kijk, was ik eigenlijk best lang tevreden met een vijf. Met altijd iets van ‘zo is het nu eenmaal’. Zelfs met alle kennis die ik toen ook al had als specialist op het gebied van vrouwengezondheid.

 

Ik realiseerde niet wat er met mij gebeurde. Wat er gebeurde in mijn lijf. Best jammer. Ik had meer comfort kunnen hebben. Pas nadat ik ook de ‘twee’ heb aangetikt, (dat was na mijn tweede bevalling, inmiddels al zo’n twintig jaar geleden) en weer terugkwam bij die vijf begon ik mij te realiseren dat het anders kon. Dat het anders moest en dat ik dat ook echt wilde.

 

Het is trouwens ook noodzakelijk om op een dikke acht uit te komen. Want het leven kan soms veel van je vragen. En in barre tijden (denk aan een sterfgeval in je familie, relatieproblemen, problemen met je kinderen of problemen op het werk) heb je gewoon niet genoeg aan een vijf. Om die barre tijden te kunnen doorstaan – en ook om je veel fijner te voelen – heb je een dikke acht nodig.

 

Hoe je op die acht komt?

 

Het belangrijkste is, dat je vertrouwen hebt in je lichaam en dat je weet wat voor jou persoonlijk werkt en wat niet werkt.

 

Bij vitaliteitsproblemen – dus als jij op een 5 of lager zit – is er nooit één oorzaak of één factor of één reden. Het is nooit één ding. Dat is waarom meer bewegen, anders eten, koud douchen enzovoort niet echt helpen.

 

En dat is ook waarom een specialist in het ziekenhuis of de huisarts maar gedeeltelijk helpt. Of waarom medicijnen vaak niet of maar een beetje werken. Of erger zijn dan de kwaal. En dan loop je vast in het systeem. En moet je weer naar een andere specialist. En bij langdurige ziekte ook nog naar de arbo-arts. En dat geeft een gevoel van onmacht en wantrouwen in je lichaam.

 

Iedereen heeft een eigen recept…. Gekscherend zeg ik wel eens dat ik mensen help om hun recept weer kloppend te krijgen. Daarvoor hoeven we alleen de juiste ingrediënten te vinden. Want jouw ingrediënten zijn anders dan die van mij.

Eenmaal het recept ontdekt, betekent natuurlijk niet dat het altijd goed gaat. Soms zijn ingrediënten niet op voorraad of gebruik je van het één net een beetje te weinig of te veel. Dan is het handig om te weten wat je moet doen. Nu en de volgende keer. En daar word je steeds een beetje beter in…

 

Ik help deze vrouwen om hun eigen recept te vinden. En ja soms verwijs ik ze door naar de huisarts om bloed te prikken of om naar een specialist in het ziekenhuis te gaan. Maar dan gaan ze wel met veel meer kennis naar de dokter. Met duidelijk voor ogen wat ze willen ‘halen’ bij dat bezoekje aan de dokter.

 

Vaak geef ik veel kennis over de werking van hun eigen (vrouwen)lichaam. Verreweg de meeste vrouwen voelen zich enorm gerustgesteld door die uitleg. Ze snappen waarom ze voelen wat ze voelen. Waarom hun lijf iets doet en hoe ze ermee om kunnen gaan. Hoe het meer comfortabel wordt. Hoe je dus van de vijf naar de acht gaat. Misschien wel naar een negen of zelfs een tien.

 

Ik loop heel graag met je mee op weg naar die acht.

 

Nog een laatste belangrijke opmerking; Het overgrote gedeelte van onze vitaliteit wordt bepaald door wat we doen (en laten). Maar een klein beetje is genetisch bepaald of een kwestie van pech of geluk. Aanmodderen hoeft dus echt niet! Laten we bellen en eens naar jouw situatie kijken. Op naar de acht!

Meer weten over de overgang?

  • Bestel mijn cursus ‘Hoe overleef ik de overgang?’; Speciaal voor vrouwen vanaf 40 jaar die zich goed willen voorbereiden op de overgang en voor vrouwen die al in de overgang zitten en lichte tot milde klachten ervaren.

  • Vrouwen met zware overgangsklachten en/of burn-outklachten begeleid ik 1-op-1.

  • Ik adviseer ook (mannelijke) werkgevers hoe om te gaan met de overgang op de werkvloer en adviseer bij het maken van een menopauzebeleid.

  • Ik geef lezingen door het hele land over vrouwengezondheid, de overgang en onze hormonen.

  • Ik geef regelmatig een gratis webinar ‘Heb ik last van de overgang of een burn-out?’. Geef je op >

  • Download mijn gratis PDF met voedingstips om overgangsklachten te verminderen.

  • Heb je vragen? Neem contact met mij op.

Wie is Marianne Bleumink?

Ik ben biomedicus, wetenschapper en docent, maar bovenal gewoon Marianne… Die helemaal niet zo braaf, netjes en geordend is, als mensen vaak denken. Mijn (privé) werkkamer is een georganiseerde bende, van yoga schiet ik in de vlekken en van mediteren word ik gek.

Ik omschrijf mijzelf als een dromer. Creatief. Gek op schilderen en tekenen, al doe ik het te weinig. Koken doe ik wel regelmatig, maar ik bak geen taart. Ik ben van het type “snufje hier, kloddertje daar”. Dat werkt bij taart toch minder goed.

Maar geen zorgen, ik ben óók die gestructureerde wetenschapper en docent. Die tegenstrijdigheid vind ik leuk. Ik werk wel met plannen, maar ze zijn niet vastomlijnd. Wat dat voor jou betekent? Dat we pas tijdens het proces bepalen wat bij jou de meeste aandacht nodig heeft: slaap, voeding of iets anders.

Naast wetenschapper ben ik ook ervaringsdeskundige. Dat ik alles weet van het vrouwenlichaam, hormonen en de overgang, betekent niet dat ik zelf de dans ontspring – was het maar zo’n feest. Ook ik sta regelmatig oog in oog met klachten die te maken hebben met deze overgangsfase. Geen gezellig onderwerp, maar wel belangrijk om samen over te praten.

Door mijn kennis en ervaring weet ik hoe ik de klachten verminder en zo veel mogelijk voorkom. Wat wel en niet werkt is voor ieder persoon en elk lichaam anders. Gelukkig is dat prima te leren.

Ik leer jou hoe je lichaam werkt, wat er op dit moment in jouw lijf en hoofd gebeurt, en welke gewoontes helpen om de balans te herstellen en de klachten de baas te worden.